Oost-Zeeuws-Vlaanderen

Het Landschap

Ooit was Oost-Zeeuws-Vlaanderen een nat en zompig land, waar talloze kreken het landschap doorsneden. De zee en de Schelde hadden er vrij spel, en met elke getijde veranderde het land van gezicht. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd dit gebied het toneel van een felle strijd tussen de Staatsen en de Spanjaarden. Om de vijand te verdrijven, werd bijna driekwart van Zeeuws-Vlaanderen onder water gezet. Uit die woelige tijden zijn vele kreken en geulen geboren, stille getuigen van een strijd waarin water het wapen was.

Samen met oeroude kreekrestanten, uitgestrekte akkers, gemengde bossen en de grootste brakwaterwildernis van Europa vormt dit gebied een landschap met een rustig, landelijk karakter. Door het ontbreken van stranden en duinen is het toerisme hier minder ontwikkeld dan in West-Zeeuws-Vlaanderen. Maar juist de combinatie van een rijke historie, unieke natuur en het bourgondische leven in sfeervolle stadjes en dorpen maakt Oost-Zeeuws-Vlaanderen tot een streek die het ontdekken meer dan waard is.